Cité des Climats & vins

Soms is het een voordeel om hoofdredacteur te zijn. Bijvoorbeeld als je uitgenodigd wordt voor de persbijeenkomst van het Cité des Climats & vins in Beaune. Het Cité is een museum gewijd aan de Bourgondische wijnen. De opening was halverwege 2023 dus het moet nog op de kaart worden gezet bij alle touroperators. Reden dus om de pers uit te nodigen. Ik ga namens Bourgondische Zaken samen met Myra van de Bourgondië Toerist. We blijken de enige buitenlandse deelnemers, het is een feestje van regionale bobo’s, nationale en lokale pers. Bij aanmelding kregen we de vraag of we mee wilden doen aan de wijnproeverij. Ja, natuurlijk willen we dat!

Scheikundelokaal

Dus om 11 uur zitten we in het proeflokaal dat een beetje aandoet zoals vroeger het practicumlokaal bij scheikunde. Ieder heeft een eigen kraantje om de glazen en de mond te spoelen. Onze ‘schoolmeester’ Bruno leidt ons in sneltreinvaart door vijf wijnen mét een bijpassend hapje. Zo vroeg in de ochtend at ik nooit eerder een stukje noix Saint-Jacques au citron. We mogen telkens aangeven wat we proeven. Grofweg zijn er twee opties. Bij de eerste optie liggen de smaken van het gerecht en de wijn in elkaars verlengde. Bij de tweede zijn de smaken juist tegengesteld: ‘opposites attract’, we kennen het uit de liefde, ze vullen elkaar aan.

Voorzichtig ben ik achter in het klasje gaan zitten. Gelukkig word ik niet voor het schoolbord gezet voor een mondelinge overhoring. Enige wijnkennis heb ik wel maar in dit gezelschap van wijnjournalisten houd ik liever mijn mond. Sommige van de wijnen zijn echt heerlijk; zo zonde om weg te spoelen! Toch is dat wat ik doe, de echte persbijeenkomst moet nog komen. Met spijt zie ik de Vézelay van La Croix Montjoie in de gootsteen verdwijnen. Een wijn die het waard is om de rit naar Vézelay te maken.

Kronkelende wijnrank

Fris genoeg stap ik na de proeverij het zaaltje in voor de perspresentatie. De voorzitter van het bestuur, de directeur en het hoofd marketing en communicatie vertellen wat over de achtergrond en de plannen van het museum. Ook wordt opgesomd welke prijzen het museum in de wacht heeft gesleept. Waaronder de ‘prix ANEV’: een prijs voor behoud van het wijnbouwerfgoed. Of de publieksprijs bij het concours ‘wijntoerisme 2024’. Het lijken me allebei prijzen die jaarlijks rouleren tussen de Bourgogne en de Bordeaux. De ontwerper van het gebouw van de Cité, Cabinet Emanuelle Andreani Architects, heeft verschillende architectuuronderscheidingen ontvangen. Terecht lijkt me want het gebouw is een plaatje. Je kunt er een kronkelende wijnrank in zien. Via een spiraalvormige trap bereik je het panoramadak. Helaas valt het uitzicht een beetje tegen. De wijngaarden liggen best ver en de directe omgeving is niet echt inspirerend te noemen. Er is een park aangelegd rondom het Cité maar dat moet nog echt gaan groeien. Begin maart is het nog een kale boel.

Na de persbijeenkomst is er een lunch in het restaurant op de vierde etage. Een heerlijk driegangenmenu, uiteraard begeleid door bijpassende wijnen. Ook nu ben ik verstandig en laat ik na een proefslokje de rest van de wijn staan. De voorzitter van de Cité des Climats & vins zit tegenover mij en hij is beduidend beter bestand tegen wijn bij de lunch. Niet zo gek, hij heeft zelf ook wat percelen wijn, pardon: ‘climats’. Tot slot is er nog een rondleiding door het museum. Wat me opvalt, is dat het gezelschap inmiddels flink uitgedund is. Alle bobo’s zijn verdwenen en er zijn alleen nog dames die een kijkje nemen. Dus óf de wijn is toch niet goed gevallen bij de lunch. Of de heren kwamen voor de lunch en wijn. Ik houd het op het laatste.

Vorige artikelOnze tuin krijgt vorm
Volgende artikelOud is goud