Toen we in de Bourgogne gingen wonen, waren onze kinderen nog klein. Af en toe gingen we naar een bouwmarkt in Nevers. Halverwege de Morvan kwamen we langs een verkeersbord dat naar een ‘parc animalier’ wees. Het was een officieel verkeersbord maar online kon ik niets vinden over dit dierenpark. We besloten gewoon een keer langs te gaan. De afslag leidt ons over een asfaltweggetje. Dit weggetje wordt steeds kleiner en eindigt bij een krakkemikkige boerderij. Geen dierenpark te vinden. Als we de auto willen keren, komt de boerin op ons af. Even krakkemikkig als de boerderij en met een incompleet gebit slist ze ons toe dat we op de juiste plek zijn. “U wilt het dierenpark bezoeken? Dat kan, loop maar mee!”
Alpaca’s en lama’s
We volgen haar naar de stal en treffen daar gewone boerderijdieren aan. Vervolgens leidt ze ons naar buiten. In een weide staan wat alpaca’s en lama’s die we mogen aaien. Daarna voert de route ons naar de varkensstal waar niet alleen een enorm varken rondscharrelt maar ook wat Guineese biggetjes zich wentelen in de modder. Ook deze mogen we aaien. Ik heb inmiddels spijt dat we geen rubberlaarzen aanhebben. De toer eindigt bij een soort volière waar naast verschillende soorten kippen ook een pauw, een fazant en een flinke kalkoen rondlopen. Dit is het slotstuk van de toer.
Afrekenen per kilo
We vragen wat het bezoek kost. “Wat u het waard vond!”, slist de boerin. Dat is niet veel maar vanwege de gebrekkige staat van boerderij, stallen én boerin doen we toch een bijdrage. We hopen dat de dieren hiervan meeprofiteren. De boerin ziet echter nog een mogelijkheid om wat te verdienen. Ze vraagt ons: ‘Wilt u soms vlees kopen? We slachten zelf. Een kip, fazant of de kalkoen? Als u nu uw bestelling doorgeeft, kunt u hem morgen ophalen.” We durven niet te vragen wat een halve lama of een Guinees biggetje kost. Acuut worden we vegetariër. Ik weet niet hoe het andere bezoekers van dit parc animalier is vergaan. Onze gasten hebben we er nooit heen durven sturen. Het routebordje is sinds jaren verdwenen. Ik vrees dat uiteindelijk de hele dierentuin is geslacht en geëindigd in de vriezer.
Parc de l’Auxois
Omdat we hun beeld van een dierentuin willen bijstellen, nemen we onze kinderen een paar maanden later mee naar Parc de l’Auxois. Deze dierentuin verlaten we trouwens wél met vier kippen. Ter geruststelling: levende kippen! Parc de l’Auxois fokt oude Franse kippenrassen om ze te behoeden voor uitsterven. Dat vinden we een mooi initiatief dus met Bep, Bea, Jut en Jul verlaten we de dierentuin. Nooit eerder combineerden wij een bezoek aan de dierentuin met de aankoop van pluimvee. Maar zelfs deze nieuwe ervaring was niet zo vreemd als ons bezoek aan het parc animalier in de Morvan.