In het meest zuidelijke puntje van de Morvan ligt Uchon. Je komt er het makkelijkst vanaf Etang sur Arroux. Na La Chapelle-sous-Uchon leidt een klein slingerend weggetje omhoog naar het uitzichtspunt. Je kunt het per auto bereiken of, met een hele goede conditie, per fiets: Uchon ligt op 681 meter. Maar “de parel van de Morvan” is de moeite waard.
Les Rochers du Carnaval, uitzichtpunt in de Morvan
Bovenop heb je een fenomenaal uitzicht. Je vindt er ook een geologisch fenomeen: Les Rochers du Carnaval. Deze enorme brokken graniet zijn voer voor geologen. Ze zijn het resultaat van erosie waardoor brokken graniet zijn uitgesleten. De rotsen lijken schijnbaar willekeurig neergesmeten op de top van Uchon. Ze hebben aansprekende namen zoals de mammoet en de hondenneus. De rotsblokken zijn eveneens voer voor liefhebbers van sagen en legenden. Rondom Uchon zijn een paar wandelingen uitgezet die je langs nog meer markante rotsen leiden. Wij lopen een route van 6 kilometer op zoek naar de Duivelsklauw (La Griffe du Diable) en de Bewegende steen (La Pierre qui croule).
Mythische rotsblokken
La Pierre qui croule is een rond rotsblok op een ‘sokkel’. De steen ligt als een grote voetbal in het bos, klaar om weggeschopt te worden. Volgens dorpelingen bezat de steen de gave om zich uit te spreken over de huwelijkse trouw. Een man die zijn vrouw verdacht van vreemdgaan (andersom komt in het verhaal niet voor), sleepte haar mee naar de steen. Daar moest zij de steen proberen te laten bewegen. Ging er een trilling door de steen dan was het duidelijk, de vrouw had iets te verbergen. Bleef de steen onaangedaan, dan kon de man zijn eega met een gerust hart weer mee naar huis nemen. Wij hebben de proef op de som genomen: geen beweging in te krijgen.
We wandelen verder door het bos over een dik knisperend bladerdek. De route is niet goed aangegeven. Op deze herfstmiddag komen we geen andere wandelaars tegen om de weg aan te vragen. Maar met onze wandelkaart komen we er wel uit. Een kilometer of drie verder moeten we even van de wandelroute af op weg naar de Duivelsklauw. De geologen kunnen zeggen wat ze willen maar het is zeker: dit rotsblok is niet op natuurlijke wijze op deze plek gekomen.
In de middeleeuwen wilden namelijk de heren van Toulon een brug over de Arroux. Geen aannemer in de buurt durfde het werk aan: de brug moest niet alleen stevig en solide zijn maar ook snel worden gebouwd. Te snel volgens de deskundigen, een onmogelijke opgave. Een rondreizende aannemer met een beeldschone dochter hoorde van de klus en nam de uitdaging overmoedig aan. Het werk vorderde gestaag. Maar door een onbegrijpelijke fout vergat hij de sluitsteen. Hij was ten einde raad: de brug moest de volgende dag klaar! Gelukkig schoot de duivel hem te hulp, hij kende wel een geschikt rotsblok om de brug te sluiten. Op een enkele voorwaarde: niet zijn ziel maar zijn mooie dochter begeerde de duivel. De afspraak werd gemaakt: de duivel zou het enorme rotsblok als sluitsteen in de brug plaatsen voordat de haan had gekraaid. Nu had dochterlief ook niet stilgezeten. Terwijl pa aan het werk was, had zij een leuke boerenknecht aan de haak geslagen. Deze knecht hoorde toevallig zijn aanstaande schoonvader de deal sluiten met de duivel. Voorzien van een flinke haan, sloop hij ’s nachts naar het rotsblok en verborg zich eronder. En voordat de duivel het rotsblok de volgende dag kon oppakken, liet hij zijn haan luid kraaien. De duivel was te laat. Uit woede pakte hij het rotsblok en smeet het meters verderop neer. Is dit een waargebeurd verhaal? Ja, natuurlijk. De afdruk van zijn klauw zit nog in het rotsblok. Ga zelf maar kijken.