Onze tuin krijgt vorm

In 2021 begonnen we met de aanleg van onze tuin. Dat begin was echt een nulpunt: weinig groen stond nog overeind na de aanleg van de septic tank. Ons startkapitaal was een hele hoge spar en een heg als afscheiding tussen ons en de koeien in het weiland ernaast. Het paard van de buurman nam de afscheiding niet zo serieus en kwam af en toe buurten. Zijn paardenvijgen als bruikbare compost achterlatend.

Permacultuur

Onze tuin baseren we op de principes van de permacultuur. Er zijn veel definities van permacultuur maar wij houden het op zorgen voor en meewerken met de natuur. Het ideaalplaatje is een veerkrachtige tuin die in balans is. Een gezond natuurlijk systeem dat zichzelf in stand houdt. Klinkt ideaal, geschikt voor de luie tuinier.

De praktijk is iets anders. Onze tuin is als een pasgeboren baby. Die laat je niet onbeschermd uitdrogen in de brandende zon. Je zorgt voor schaduw en voeding. We sproeien wanneer dat mag. Toch redt niet al onze jonge aanplant het. De perenbomen verbranden in de zon en lijken letterlijk zwartgeblakerd. De rabarberplanten gaan er maar bij liggen en komen niet meer overeind.

Mulchen met liefde

Tijd om de natuur een beetje te helpen. Gelukkig hebben we veel snoeiafval én geïnvesteerd in een hakselaar. Dus we hebben een behoorlijke berg houtsnippers. Die draperen we met liefde rondom onze jonge aanplant. Door dit zogenaamde mulchen droogt de aarde eronder minder snel uit. En er komt ook minder onkruid op dat concurreert met de prille plantjes. In de bodem zitten namelijk heel wat zaden verstopt die spontaan ontkiemen, met dank aan ons zorgzaam sproeien van onze nieuwe aanplant.

De mulchlaag van zo’n tien centimeter dik met houtsnippers werkt prima. Als we de laag weghalen, is vaak de grond eronder nog een beetje vochtig. De houtsnippers vergaan vanzelf en vormen daarmee een mooie organische compost. Voor komend jaar gaan we kijken hoe we wat extra schaduw kunnen creëren, met een pergola, rieten afdak of wat grotere heesters ter bescherming.

Groene succesjes

Veel zaken in onze tuin gaan gelukkig wel goed. Zo experimenteren we veel met kruiden. We planten koriander, schudden na de bloei zijn zaadjes uit en worden beloond met een nieuwe lichting frisse koriander. De kerrieplant geurt heerlijk, blijkt robuust en een mooie bloeier. Dat geldt ook voor de tijm, we proberen verschillende soorten en de tijm lijkt immuun voor de brandende zon. Onze muntplanten woekeren welig en vullen onze theemokken.  

De kiwiplanten tegen onze zijmuur komen na wat aarzeling toch op gang. Het ‘vrouwtje’ veel overtuigender dan het ‘mannetje’. Voor vruchten heb je een paar nodig. Maar gezinsuitbreiding verwachten we pas over een jaar of drie. Hopelijk kunnen we dan de eerste kiwi’s oogsten. De vijg waarover ik al eerder schreef, bleek toch nog in leven en groeit lekker door. Hij houdt de wacht naast onze brievenbus. Dat bleek niet zo’n lekkere plek want de postbode gooit het liefst vanuit de auto de post in onze bus. Oog voor de vijg heeft de postbode niet dus er sneuvelen wat takken. We verzetten de vijg iets. Hij uit zijn waardering met onze eerste drie vijgen.

We hebben nog een lange weg te gaan maar langzaamaan gaat ons perceel op een tuin lijken. Het is nog niet de groene, geurende, gonzende idylle waar we van dromen. Maar we zijn op weg; de baby is een peuter geworden.

Vorige artikelLeeg Lac des Settons
Volgende artikelCité des Climats & vins