Het kasteel van Sully ligt zo’n 20 kilometer bij ons vandaan. Het is een leuk uitstapje omdat het kasteel nog altijd bewoond wordt. Soms wordt de rondleiding door de kasteelheer of vrouw zelf gegeven. Bovendien zijn er bizarre verhalen over chateau Sully. Zo waren er vijf broers op gevorderde leeftijd die samen het kasteel bezaten. Allen waren ongetrouwd en zonder nageslacht. Neven en nichten verkneukelden zich al om de erfenis. Tot de jongste broer op 67-jarige leeftijd alsnog een kind verwekte bij de huishoudster. Et voilà, een erfgenaam.
Vandaag slaan we het kasteel over maar we maken wel een wandeling in de buurt. We rijden voorbij het kasteel en parkeren iets verderop bij een picknickplek. Daar pakken we de wandeling op omdat we de ingekorte route willen volgen. Het eerste stukje gaat over asfalt maar al gauw verlaten we dit weggetje en volgen een pad tussen de weilanden door. We klimmen een stukje naar Petit Moloy en hebben een schitterend uitzicht over de vallei van de Drée.
Het is een prachtige nazomerdag in september. De rust is na de vakanties teruggekeerd en we komen geen levende ziel tegen. Hoewel dat niet helemaal waar is: onderweg passeren we drie keer een kudde koeien die ons geïnteresseerd aankijken. Een kudde witte Charolais, lichtbruine (les Brunes) en donderbruine met een behoorlijke hoorns (Salers). Ze hebben ieder een eigen weiland; de integratie tussen koeien is nog niet geslaagd.
De route loopt verder omhoog en we zijn blij met het briesje op de top van deze heuvel. Na een kleine kilometer slaan we rechtsaf en duiken weer het bos in. Bijna letterlijk want de weg daalt hier behoorlijk. Het is een prachtige holle weg, je loopt helemaal verscholen tussen oude muurtjes van gestapelde stenen, eiken en beuken. Ik denk wel dat je in nattere periodes een paar stevige en waterbestendige stappers nodig hebt. Aan het eind van deze weg komen we weer op een klein asfaltweggetje. Het is nog een meter of 700 en dan zijn we terug bij het startpunt.